Wat is de betekenis van Carpooler?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

carpooler

(zelfstandig naamwoord) [alg.] samenrijder, ritdeler - De ritdelers nemen bij tourbeurt de anderen mee in hun auto naar hun werk en terug.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

carpooler

carpooler - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) automobilisten die in de auto van één van hen, samen naar een gemeenschappelijke bestemming gaan, en vice versa ”Zal ik volgende week rijden?” vroeg Jaap, de nieuwe carpooler. Woordherkomst Naamwoord van handeling van carpoolen met het...

2025-07-16
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Carpooler

Deelnemer aan woon-werkverkeer als bestuurder of passagier carpoolauto.