Wat is de betekenis van carjacker?

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

carjacker

iemand die aan carjacking doet. iemand die met geweld en dreigementen een automobilist van zijn auto berooft; iemand die zich schuldig maakt aan carjacking. Het woord is in het Engels een blend van car 'auto' en hijacker 'ontvoerder'. Voorbeelden: Carjacking is met geweld en dreigementen een automobilist be...

2025-07-15
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

carjacker

(zelfstandig naamwoord) [alg.] autokaper, autorover - De politie heeft autorovers opgepakt die automobilisten voor het stoplicht hun wagen afhandig maken.

2025-07-15
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

carjacker

iemand die met geweld en dreigementen een automobilist van zijn auto berooft; iemand die zich schuldig maakt aan carjacking Carjacking is met geweld en dreigementen een automobilist beroven van zijn voertuig. Vaak gebeurt dit bij een stoplicht, waar het slachtoffer staat te wachten of tijdens het instappen. Vorig jaar roofden carjackers op deze man...

2025-07-15
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Carjacker

Carjacker - (Am.-Eng.), iemand die aan carjacking doet. Steeds meer automobilisten worden in het centrum van Brussel slachtoffer van ‘carjackers’. Deze dieven slaan toe terwijl men stilstaat voor een verkeerslicht of in de file, terwijl men een parkeerplaats zoekt of als men in- of uitstapt. De Standaard, 28-01-92