Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Candidaat

betekenis & definitie

(<Lat.), m. (...daten),

1. iemand die in aanmerking komt om tot een ambt of een betrekking benoemd of verkozen te worden : er hebben zich voor die betrekking vele candidaten aangemeld; zich candidaat stellen, zich beschikbaar stellen, zijn diensten aanbieden voor een ambt, een post; — candidaat voor de Tweede Kamer, voor de gemeenteraad, aan de kiezers als lid aanbevolen ; — candidaat gesteld worden, (voor een genootschap b.v.) in aanmerking genomen worden voor het lidmaatschap ; — candidaat tot de H. dienst, proponent bij de Ned. Herv. Kerk;
2. iem. die zich voor een examen aanmeldt: de helft der candidaten is geslaagd;
3. (drager van de) laagste der academische graden, waardoor men tot de studie voor het doctoraal examen wordt toegelaten: candidaat in de letteren; candidaat in de rechten; candidaat in de godgeleerdheid.