Wat is de betekenis van Campingsmoking?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

campingsmoking

trainingspak. pak van een soepele stof om in te sporten, dat als vrijetijdskleding wordt gedragen; trainingspak. Voorbeelden: De grote ironie van het trainingspak is dat het bedacht is om in te sporten, maar er is geen kledingstuk dat meer tot passiviteit aanzet [...]. Het wordt geassocieerd met mensen die niet eens meer proberen aan...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

campingsmoking

(1992) (sch.) opvallend, felgekleurd trainingspak. Duitsers kennen de term 'Campingkluft' voor shorts en pullover. Vgl. juichpak*; pitbullsmoking* en villapak*. In de Duitse volkstaal wordt 'Campingkluft' gebruikt voor shorts en pullover (sedert ca. 1965). • Nog even en we hijsen ons weer massaal in campingsmoking om op de bank voor de tv, kr...

2024-04-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Campingsmoking

Campingsmoking - schertsende slangaanduiding voor een felgekleurd, opvallend trainingspak. → pitbullsmoking. Een echtpaar slentert in zwart T-shirt met daarop Nederlands populairste hond, de golden retriever. Veel mensen zijn getooid in bonte house-broeken of met een ritssluiting van kruis tot kin (wat in deze kringen ook wel camping-smoking wordt...