Wat is de betekenis van calendarium?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

calendarium

calendarium - Zelfstandignaamwoord 1. kalender, met name heiligenkalender Woordherkomst (met het achtervoegsel -arium)

2024-04-26
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Calendarium

Overzicht van belangrijke christelijke dagen, zoals feestdagen van heiligen, gedachtenisdagen van martelaren en kerkelijke hoogtijdagen. In de Middeleeuwen vaak rijk geïllustreerd.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Calendarium

[Lat. = eig.: schuldenboek; de interest werd op de eerste der maand (calendae) verrekend] lijst der kerkelijke feestdagen.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Calendarium

lijst met kerkelijke feestdagen

2024-04-26
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Calendarium

zie Directorium.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Calendarium

lijst van heiligen en hun feestdagen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Calendarium

(Lat.), o. (-s, calendaria), kalender, inz. lijst der heiligen en van hun feestdagen.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Călendārĭum

ĭi, n. schuldboek van geldschieters; meton., een geheel vermogen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

calendarium

o. (Ned.) calendariums, calendariën; (Lat.) calendaria (Lat. kalender; jaarlijst der kerkelijke officies of diensten).