cabotin
(19e eeuw) (< Fr. caboter, van haven tot haven langs de kust varen) (ton.) rondreizend, slecht acteur, stoethaspel; talentloze komediant. • Was zij dan een klein beetje.... gecharmeerd.... op dien cabotin? (Louis Couperus: Eline Vere. 1889) • Aan de andere zijde van het zaaltje ging een klein applaus op voor een cabotin, die daar char...