Wat is de betekenis van buurvrouw?

vrouw die naast iemand woont. vrouw die naast iemand woont; vrouw waar iemand naast woont; vrouw die bij iemand in de buurt woont. Komt in de betekenis 'vrouw die naast iemand woont' doorgaans voor in combinatie met bepaald lidwoord de (de buurvrouw) en in de betekenis 'vrouw die in de buurt van iemand woont' vaak in c...

buurvrouw - Zelfstandignaamwoord 1. vrouw woonachtig in het belendende huis ♢ De buurvrouw kwam even koffiedrinken. Woordherkomst samenstelling van buur en vrouw

buurvrouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: buur-vrouw 1. vrouw die in het huis naast je woont ♢ mijn buurvrouw komt elke dag op de koffie Zelfstandig naamwoord: buur-vrouw de buurvrouw ...

s., buorfrou, -wiif (it).

...

v. (-en), vrouw uit de buurt; — vrouwelijk persoon die naast iem. zit enz. (b.v. van scholieren).

v. buurvrouwen (vrouw uit de buurt; vrouwelijke buur): achterklap van buurvrouwen.

(‘bu:r) v. (-en) 1. vrouwelijke buur. 2. vrouw uit de buurt.

v. (-en), 1. vrouw die naast iemand of in de buurt woont; 2. vrouwelijk persoon die naast iemand zit, b.v. op school.