Wat is de betekenis van bureel?

bureel - Zelfstandignaamwoord 1. (Belgisch) een kantoor, de ruimte waarin een bureau staat ♢ Met ‘eindelijk’ doelt Jansma op hét gespreksonderwerp in zijn talkshow: Ajax-Feyenoord. De naderende hoogmis van een zondagmiddag die hier, op de burelen van Fox Sports, in een modern kantoorkolos naast de Aren...

kantoor, bureau Hij wordt rood, zwelt, en loopt naar het bureel bij de ingangspoort. Ik hem achterna en roep: meneer, de wc is de andere kant uit! (Marcel van Maele, Scherpschuttersfeest) Wordt beschouwd als een purisme voor 'bureau'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 6

(het, burelen) bureau, kantoor.

(spec. Z.N.) administratiekantoor, ambtelijk bureau.

ambtelijk kantoor (B)

1. Schrijftafel met vakken of laden: bureau. Ieder student zijn bureel, Westkust 26/8/1976, p. 7. Burelen met metalen onderstel - gelakt met 2 schuiven, Shopping (ed. Antw.-Z.) 9/12/1976. Massief werkkabinet „Vlaams”. Boekenkast vier deuren, bureel dubbelzijde, Gentenaar 3/8/1977. 2. Kamer, vertrek waar iem. admin...

o., kantoor van administratie (vooral in Zuid-Ned.)

o. (...reien), (ambtel. stijl, inz. Zuidn.), bureau : het bureel van een krant, van een schouwburg.

o. kantoor of bureau van administratie.