bunker
1) (1950) (inf.) buik; maag. • Was dat effe 'n lekker schurfie! M'n bunker barst bijna. (Jan Mens: Er wacht een haven. 1950) 2) (1968) (pol.) (meestal met de toevoeging ‘aan de Lange Voorhout) ministerie van Financiën in Den Haag. • Zo'n staatshoofd mag dan oceanen brandende napalm laten uitvloeien over armelijke...