buitenlucht
buitenlucht - Zelfstandignaamwoord 1. de lucht buiten een gebouw ♢ De buitenlucht is meestal veel schoner en dus gezonder dan de binnenlucht. Woordherkomst samenstelling van buiten en lucht
Wiktionary (2019)
buitenlucht - Zelfstandignaamwoord 1. de lucht buiten een gebouw ♢ De buitenlucht is meestal veel schoner en dus gezonder dan de binnenlucht. Woordherkomst samenstelling van buiten en lucht
Muiswerk Educatief (2017)
buitenlucht - zelfstandig naamwoord uitspraak: bui-ten-lucht 1. de lucht buitenshuis ♢ we gaan lekker wandelen in de buitenlucht Zelfstandig naamwoord: bui-ten-lucht de buitenlucht Synoniemen openlucht
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. lucht buitenshuis: de zieke kan nog niet tegen de buitenlucht; in de vrije buitenlucht; 2. lucht van het open veld: de frisse gezonde buitenlucht ; — een buitenluchtje scheppen, een kleine buitenwandeling maken.
Jozef Verschueren (1930)
v. 1. lucht buitenshuis. Tgst. kamerlucht. 2. lucht buiten, op het platteland. Tgst. stadslucht.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., 1. lucht, atmosfeer buitenshuis: de zieke kan nog niet tegen de buitenlucht; in de vrije buitenlucht; 2. lucht van het open veld: de frisse, gezonde buitenlucht; een buitenluchtje scheppen, een kleine wandeling buiten maken.
J.H. van Dale (1898)
BUITENLUCHT, v. lucht buitenshuis: de zieke kan nog niet tegen de buitenlucht; — in de vrije buitenlucht; (ook) lucht van het open veld: de frissche, gezonde buitenlucht; — een buitenluchtje scheppen, de veldlucht inademen, (ook) eene kleine buitenwandeling maken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: