brouwsel
brouwsel - Zelfstandignaamwoord 1. een zelfgemaakt drankje ♢ Is dat brouwsel een beetje te drinken? Woordherkomst Naamwoord van handeling van brouwen met het achtervoegsel -sel.
Wiktionary (2019)
brouwsel - Zelfstandignaamwoord 1. een zelfgemaakt drankje ♢ Is dat brouwsel een beetje te drinken? Woordherkomst Naamwoord van handeling van brouwen met het achtervoegsel -sel.
Muiswerk Educatief (2017)
brouwsel - zelfstandig naamwoord uitspraak: brouw-sel 1. wat gemaakt is van verschillende ingrediënten ♢ dit is een heerlijk brouwsel Zelfstandig naamwoord: brouw-sel het brouwsel de bro...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), hetgeen gebrouwen is, bier; — hoeveelheid bier in eens gebrouwen; — minachtend gebezigd voor een toebereide drank: wat is me dat voor een brouwsel! ook wel van een geestesgewrocht; — alle baksels en brouwsels zijn niet gelijk, alle arbeid valt niet even volmaakt uit.
Jozef Verschueren (1930)
o. (-s) 1. a. Alom. vaak Min. wat gebrouwen is. b. Inz. hoeveelheid bier ineens gebrouwen. 2. Uitbr. Min. drank: zo'n koffie, wat is me dat voor een -! ➝ baksel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), hetgeen gebrouwen is, bier; hoeveelheid bier die ineens gebrouwen wordt; minachtend gebezigd voor een toebereide drank: wat is me dat voor een brouwsel!; ook wel van een geestesprodukt; (zegsw.) alle baksels en brouwsels zijn niet gelijk, alle arbeid valt niet even volmaakt uit.
J.H. van Dale (1898)
BROUWSEL, o. (-s), hetgeen gebrouwen is, bier, (minachtend gezegd); — hoeveelheid bier in eens gebrouwen; — minachtend gebezigd voor koffie, thee enz.: wat is me dat voor een brouwsel! wat slechte koffie enz. is dat; — alle baksels en brouwsels zijn niet gelijk, alle arbeid valt niet even volmaakt uit. BROUWSTER. v. (-s).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: