Wiktionary (2019)
bras - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) een lijn verbonden aan het uiteinde van een ra met als doel de ra ten opzichte van de wind te kunnen draaien 2. ongekookte gepelde rijst (geen vervoegingen) bras - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brassen ♢ Ik bras...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
Volgens het wnt is bras een min of meer spottende of minachtende benaming voor een mengelmoes van allerlei dingen, meestal van geringe waarde, die men niet nader kan of wil aanduiden. Tegen die achtergrond moet de verbinding (hei) de(n) bras verklaard worden. Bras is mogelijk een eufemisme of bastaardvloek voor wel de(n) dui...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Zilveren of in zilver gevat vrouwengereedschap (mes, schaar, naaldenkoker, speldenkussentje) aan een zilveren gordel of aan zilveren kettingen afhangend van de rokkeband; ook 'sydsulver' (zijzilver). Dit is de naam van de vrouw geworden: een boer met zijn ‘sydsulver’. Vroeger geschenk van vader aan toekomstige schoondochter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
