brancardier (brankardier)
Hospitaalsoldaat, inz. geestelijke die als zodanig zijn militaire dienstplicht vervult; (gemeenz., scherts.) hospik. De brankardiers, vaak barse vlegels, werden voor hem zo voorkomend zacht als de nonnen-verpleegsters. Dagelijks ausculteerde de kolonel-arts de geprivilegieerde patiënt, BRULEZ 1950, 183. In 1957 werd hij... benoemd tot profess...