bovist
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), ben. voor soorten (Lycoperdon, Bovista en Scleroderma) van de fam. der buikzwammen, in ’t bijz. de reuzenbovist, een ronde, sponsvormige stuifzwam met bloedstelpend vermogen (Lycoperdon bovista).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Genootschap Onze Taal (2001)
Waar komt bovist (de naam van een grote stuifzwam) vandaan? a Bovist betekent ‘bosbewoner’ in het Oudgermaans; deze reusachtige stuifzwam werd namelijk alleen in het bos gevonden. b Bovist is afgeleid van het Latijnse bovis, de tweedenaamvalsvorm van bos (‘rund’), omdat men bovisten op uitwerpsel...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Du. Bubenfist = lett.: boevenveest; veest = buikwind] bep. eetbare paddestoel (met opgeblazen voorkomen).
John Kooy (1933)
stuifzwam, soort zwammen, die i/h ei- of kogelvormig vruchtlichaam de sporen ontwikkelen, die bij rijpheid als rookachtig sporenstof ontwijken.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Bovist - noemt men meestal alle buikzwammen of stuifzwammen van de familie der Lycoperdaceeën, ofschoon die naam het eerst aan het geslacht Bovista toekomt. Van dit geslacht zijn een 60-tal soorten bekend. Zij zijn kogelrond, ongesteeld of zeer kort gesteeld; de gleba (Lat., = kluit, klompje) of vruchtbare massa binnen de peridia (omhulsels),...
Jozef Verschueren (1930)
(bo'vist) v. (-en) [Lat. bovista] ronde, sponsvormige stuifzwam met bloedstelpend vermogen (Lycoperdon bovista).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: