Wat is de betekenis van Bovenkamer?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bovenkamer

(19e eeuw) (inf.) hoofd, hersens. In Antwerpen kent men de uitdrukking '"hij heeft mussen in zijn bovenkamer" voor: hij is gek. "Het in de bovenkamer hebben"': dronken zijn. "Het zit niet juist in zijn bovenkamer": hij is niet helemaal bij zijn zinnen. "Het in zijn bovenkamer krijgen": hovaardig worden. • (P.J. Harrebomée: Spreekwoord...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bovenkamer

bovenkamer - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) kamer op een bovenverdieping 2. (anatomie) (schertsend) hersenpan met inhoud Er is iets mis in zijn bovenkamer Woordherkomst samenstelling van boven en kamer

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bovenkamer

s., boppekeamer.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bovenkamer

v. (-s), kamer op een bovenverdieping ; — (fig.) het scheelt hem in zijn bovenkamer, hij is in zijn geestvermogens gekrenkt, inz. hij lijdt aan grootheidswaan.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bovenkamer

v. bovenkamers (1 kamer op een bovenverdieping; 2 hoofd, hersenen); 1. hij woont op een bovenkamer; 2. het scheelt hem in de bovenkamer.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bovenkamer

v. (—s) 1. Eig. kamer op een bovenverdieping : op een slapen. 2. Metf. hoofd : het scheelt hem in de -, hij is in zijn geestvermogens gekrenkt of hij lijdt aan grootheidswaan.

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Bovenkamer

Dit woord wordt figuurlijk gebezigd voor hersenen, hoofd in de schertsende uitdrukkingen: het scheelt hem in zijne bovenkamer (vgl. Schuerm. 177 b) naast hij heeft het in zijn bovenkwartier (Teirl. 205); het in zijn bovenkamer hebben of krijgen, trotsch zijn of worden (Waasch Idiot. 141 a; Antw. Idiot....

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bovenkamer

v./m. (-s), kamer op een bovenverdieping; (fig.) het mankeert hem in zijn bovenkamer, hij is in zijn geestvermogens gekrenkt, m.n. hij lijdt aan grootheidswaan; het in zijn hebben, hoog in zijn wapen, hovaardig zijn.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)