Wat is de betekenis van bouwvakvakantie?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bouwvakvakantie

collectief zomerverlof voor de bouwsector. collectieve vakantie voor de bouwsector gedurende drie of vier weken in de zomermaanden; collectief zomerverlof voor de bouwsector; bouwvakantie; bouwverlof. Voorbeelden: Vroeger, zo'n jaar of dertig, veertig, vijftig geleden, had je een bouwvakvakantie van veertien dagen. http://mem...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)