Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bouwvakvakantie

betekenis & definitie

collectief zomerverlof voor de bouwsector.

collectieve vakantie voor de bouwsector gedurende drie of vier weken in de zomermaanden; collectief zomerverlof voor de bouwsector; bouwvakantie; bouwverlof.

Voorbeelden:
Vroeger, zo'n jaar of dertig, veertig, vijftig geleden, had je een bouwvakvakantie van veertien dagen.
http://members.lycos.nl/framenso/sjefkies.htm, 2000

De bouwvakvakantie duurt tegenwoordig geloof ik een week of zeven.
http://members.lycos.nl/framenso/sjefkies.htm, 2000

De bouwvakvakantie is voorbij en in de Julianastraat wordt dus weer hard gewerkt: er is begonnen met de vervanging van de riolering.
http://194.158.189.194/functies/pagfunctie.cfm?parameter=379

De restauratie ligt momenteel weer stil in verband met de bouwvakvakantie, maar vrijwilligers werken nog steeds aan het wegwerken van de leidingen.
Meppeler Courant, 1993