Wat is de betekenis van bouwvakker?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bouwvakker

iemand die in de bouw werkt. iemand die in de bouw werkt; werknemer in een bouwbedrijf. Voorbeelden: Een 24-jarige bouwvakker is om het leven gekomen toen hij onder een 300 kg zware elektromotor terecht kwam in een pand in Maastricht. Het slachtoffer stond onder in een liftschacht toen zijn collega de liftmotor vanaf de derde verdiep...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bouwvakker

(1970) (lesbotaal, pej.) stevige, stoere, slecht geklede lesbienne; manwijf. • (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991) (citeren Andreas Burnier)

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouwvakker

bouwvakker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) een arbeider die werkzaam is in de bouw Woordherkomst afgeleid van bouwvak met het achtervoegsel -er

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bouwvakker

bouwvakker - zelfstandig naamwoord uitspraak: bouw-vak-ker 1. iemand die zelf huizen bouwt als beroep ♢ de bouwvakkers hebben vakantie Zelfstandig naamwoord: bouw-vak-ker de bouwvakker d...

2024-04-29
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Bouwvakker

Bouwvakker - negatieve benaming voor stevige, stoere, slecht geklede, masculiene lesbienne. Ook bulldog, bulldozer en trucker. Zie ook vrachtwagenchauffeur, bovenkomen, de eerste stap in de verkering zetten, namelijk het eerste seksuele contact hebben. De volgende dag belde zij op om te vragen of ik goed en geruisloos op mijn kamer op vierhoog was...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bouwvakker

bouwvakker - Te gebruiken voor alle arbeiders die in de bouw werken, zowel de geschoolde als de ongeschoolde arbeiders.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bouwvakker

m. (-s) bouwvakarbeider.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bouwvakker

m. (-s), bouwvakarbeider.