bouwmeesters
bouwmeesters - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwmeester
Wiktionary (2019)
bouwmeesters - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bouwmeester
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Letterlijk: meester in het bouwen, als bovenste sport van de ladder leerling, gezel, meester (steenhouwer), bouwmeester. Ontwerper en leider van een bouwwerk in dienst van de opdrachtgever, afkomstig uit het bouwvak, vaak in tegenstelling tot de latere architect. Die was als kunstenaar de onafhankelijke raadsman van de bouwheer. De bouwmeester leve...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: