Wat is de betekenis van boothuis?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boothuis

boothuis - Zelfstandignaamwoord 1. overdekte steiger waarin een of meer kleine bootjes een ligplaats kunnen hebben Ik heb mijn roeiboot in een boothuis liggen zodat ik haar nooit hoef leeg te hozen na een regenbui. Woordherkomst samenstelling van boot en huis Synoniemen sc...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boothuis

o., loods voor berging van kleine pleiziervaartiiigen.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Boothuis

Boothuis - gebouw of loods ter opberging of beschutting van kleinere pleiziervaartuigen. Soms op een vlot geplaatst.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boothuis

o. (...huizen) huis. onderdak tot berging van een of meer boten.