boothuis - Zelfstandignaamwoord
1. overdekte steiger waarin een of meer kleine bootjes een ligplaats kunnen hebben
♢ Ik heb mijn roeiboot in een boothuis liggen zodat ik haar nooit hoef leeg te hozen na een regenbui.
Woordherkomst
samenstelling van boot en huis
Synoniemen
schiphuis, botenhuis, schuitenhuis
Gepubliceerd op 10-11-2017
boothuis
betekenis & definitie