boosdoener
iemand die ergens de schuld van is. iemand die kwaad doet, iets verkeerd heeft gedaan of ergens de schuld van is. Voorbeelden: In lijn 16 zat op een zondagmorgen een man winden te laten. Niet heimelijk, maar keihard en knetterend. Hij ging zelfs telkens scheef op één bil zitten om de gassen ruim baan te geven. De tram w...