Wat is de betekenis van Boogschutter?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boogschutter

v. (-s). 1. iem. die met de boog schiet of kan schieten. 2. kleine vis in Oost-Indië (Toxotes jaculator), die insecten vangt door ze met een uit de bek gespoten waterdroppel van de takken af te schieten. 3. een der tekens van de dierenriem.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Boogschutter

Boogschutter - Eigennaam 1. (sterrenbeeld) 2. (astrologie) teken van de dierenriem waar de Zon in staat van ca. 22 november tot ca. 22 december Woordherkomst samenstelling van boog en schutter Zie ook boogschutter

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boogschutter

m. boogschutters (iemand, die met een boog kan schieten; gesch. soldaat met pijl en boog gewapend).

2025-07-15
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Boogschutter

→ Dierenriem.

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Boogschutter

Boogschutter - ➝ Sagittarius.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boogschutter

m. (-s) 1. Algm. hij die met boog en pijl kan schieten: Willem Teil was een goed -. 2. Inz. soldaat met boog en pijl gewapend: de Romeinse -s.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boogschutter

m. (-s), 1. iemand die met de boog schiet of kan schieten; 2. Toxotes jaculator, kleine vis in Indonesië, die insekten vangt door ze met een uit de bek gespoten waterdroppel van de takken af te schieten; 3. een van de tekens van de dierenriem. zie Schutter.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boogschutter

BOOGSCHUTTER, m. (-s), iem. die met den boog schiet of kan schieten; — kleine visch in Oost-Indië (toxotes jaculator), die insecten vangt door ze met een uit den bek gespoten waterdroppel van de takken af te schieten.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)