Wat is de betekenis van boogs(ge)wijze, boogs(ge)wijs?

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boogs(ge)wijze, boogs(ge)wijs

bw. (gebogen als een boog): hij leidde de klimroos boogsgewijs.

Gerelateerde zoekopdrachten