Wat is de betekenis van BOELGOED?

Een publieke verkoping, speciaal bij de boeren, heeft op het Fr. platteland lang een grote betekenis gehad. Een boeren-j5. was een volksfeest. Ook vele niet-kopers, echte ‘boelguodders’ trokken er op af. Er stonden kramen en soms was het een kermis in het klein. De centrale figuur was de notaris. Zijn advertenties en verkoopboekjes ver...

of boeldag is de openbare verkoping van een landbouwinventaris bij beëindiging van het bedrijf, of b.v. na het overlijden van de boer.

s.n., boelguod (it); — houden, boelguodzje.

o., g. mv., inboedel die geveild wordt; ook: de verkoping er van: boelgoed houden; ook bij boelgoed verkopen.

o. boelgoederen (inboedel, die geveild wordt).

('boel) o. (-eren) 1. Eig. iemands boel; zijn verkopen. 2, Metn. boeldag : houden; bij verkopen.

o. (g. mv.), inboedel die geveild wordt; (ook) de verkoping ervan: boelgoed houden; (ook) bij boelgoed verkopen.

In Friesland en Groningen benaming voor de publieke verkooping van roerende goederen, vooral van boedelgoed, huisraad ; boerenboelgoed: veiling van de roerende goederen, vee, gereedschappen van een boer of landbouwer.

BOELGOED, o. inboedel enz. die geveild wordt; de verkooping ervan: boelgoed houden; ook bij boelgoed verkoopen; ...HUIS, o. (...huizen), venduhuis; (ook) huis welks inboedel in veiling zal worden gebracht; veiling van een inboedel, hetzij in het woonhuis, hetzij in het sterfhuis, hetzij elders: boelhuis houden; — (gew.) verkooping van paarden...