bloemkroon
bloemkroon - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) binnenste, meestal fel gekleurde krans van bloembekleedsels Woordherkomst samenstelling van bloem en kroon
Wiktionary (2019)
bloemkroon - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) binnenste, meestal fel gekleurde krans van bloembekleedsels Woordherkomst samenstelling van bloem en kroon
Veerman (1954)
Zijn de bloembekleedselen van tweeërlei aard, dan noemt men de binnenste krans(en), gewoonlijk door grootte en kleur uitblinkend, de kroon.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. bloemkronen (binnenste, meestal gekleurd [niet groen] bladbekleedsel van de binnendelen der bloem in bet. 1): bloemkelk en bloemkroon vormen samen het bloembekleedsel.
Jozef Verschueren (1930)
v. (...kronen) gekleurd gedeelte van een bloem, bestaande uit kroonvormig geplaatste blaadjes.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Bloemkroon corolla (plantk.), de binnenste krans van bloembekleedselen (zie BLOEM). Hij staat in zeer nauw verband met de bestuiving, vooral met het bezoek van dieren aan de bloem. De bladeren van de bloemkroon (petalen, bloembladeren, kroonbladeren) zijn vaak groot, levendig gekleurd en lokken daarmee de insecten. Vorm en plaats van de b. staan me...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: