Wat is de betekenis van bloemkroon?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloemkroon

bloemkroon - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) binnenste, meestal fel gekleurde krans van bloembekleedsels Woordherkomst samenstelling van bloem en kroon

2025-07-16
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bloemkroon

Zijn de bloembekleedselen van tweeërlei aard, dan noemt men de binnenste krans(en), gewoonlijk door grootte en kleur uitblinkend, de kroon.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bloemkroon

v. bloemkronen (binnenste, meestal gekleurd [niet groen] bladbekleedsel van de binnendelen der bloem in bet. 1): bloemkelk en bloemkroon vormen samen het bloembekleedsel.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bloemkroon

Bloemkroon - zie Kroon (plantk.).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloemkroon

v. (...kronen) gekleurd gedeelte van een bloem, bestaande uit kroonvormig geplaatste blaadjes.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloemkroon

Bloemkroon corolla (plantk.), de binnenste krans van bloembekleedselen (zie BLOEM). Hij staat in zeer nauw verband met de bestuiving, vooral met het bezoek van dieren aan de bloem. De bladeren van de bloemkroon (petalen, bloembladeren, kroonbladeren) zijn vaak groot, levendig gekleurd en lokken daarmee de insecten. Vorm en plaats van de b. staan me...

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bloemkroon

v./m. (-kronen), zie kroon.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)