bloedmooi
(1967) (inf.) erg mooi. • Nou. Daar zit een vent in een café en die versiert effe hup een bloedmooi wijf. (Rinus Ferdinandusse: Zij droeg die nacht een paars corset. 1967) • Corrie (26) is bloedmooi en zeer intelligent. (Kees van Kooten en Wim de Bie: Het groot bescheurboek. 1986) • Veel nichtententen kennen de terreu...