Bleekscheet
m. en v. (...scheten), scheldnaam voor een zeer bleek persoon (gew. ook bleekfiest en bleekschijter).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. en v. (...scheten), scheldnaam voor een zeer bleek persoon (gew. ook bleekfiest en bleekschijter).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand met een blanke huid. iemand die een lichte huidskleur heeft; iemand met een blanke huid; blanke. Ook als scheldwoord. Voorbeelden: Let op, reeds één op elf inwoners van dit land is wit, ze zeiden het vorige week nog op de televisie, een professor van de universiteit van Ar-Riaad, reeds één op...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (ook: bleekzak) (scheldw.) iemand met een bleke gelaatskleur, doorgaans van toepassing op een kind. In die zin o.a. opgetekend bij A. Opprel (Het dialect van Oud-Beierland. 1896) en bij Boekenoogen (De Zaansche volkstaal. 1897). Tegenwoordig wordt 'bleekscheet' ook gebruikt als scheldwoord onder kleurlingen voor een blanke, een negati...
Wiktionary (2019)
bleekscheet - Zelfstandignaamwoord 1. zeer bleek persoon 2. blanke, bleekgezicht Woordherkomst samenstelling van bleek en scheet
J.H. van Dale (1898)
BLEEKSCHEET, m. en v. (...scheten), scheldnaam voor een zeer bleek persoon (gew. ook bleekfiest en bleekschijter).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: