Wat is de betekenis van blauwgroen?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

blauwgroen

blauwachtig groen. met een naar blauw neigende groene kleur; een naar blauw neigende groene kleur hebbend. Voorbeelden: De hemel leek hier blauwgroen en lag als IJslands mos op het dak. Jan Siebelink, Weerloos, 1984 De flanken zijn zilverachting, terwijl de kleur van de rug varieert van bruingroen tot blauwgroen. http://ww...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blauwgroen

blauwgroen - Zelfstandignaamwoord 1. (RAL-kleur) een kleur tussen blauw en groen met RAL-nummer 6004. Heeft u die ook in het blauwgroen? blauwgroen - Bijvoeglijk naamwoord 1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen blauw en groen, met RAL-nummer 6004. ...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

blauwgroen

blauwgroen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: blauw-groen 1. blauwachtig groen ♢ de Middellandse Zee is op veel plaatsen blauwgroen Bijvoeglijk naamwoord: blauw-groen de/het blauwgroene ... ...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

blauwgroen

bn. en bw. blauwachtig grijs, groen.