Wat is de betekenis van Bijziend?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijziend

bijziend - Bijvoeglijk naamwoord 1. alleen van dichtbij scherp kunnen zien Mijn bijziende oma moest de krant altijd op 10 centimeter houden om de tekst te kunnen lezen. Er zijn best evolutionaire redenen te verzinnen waarom bijziende mensen zoveel intelli...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijziend

bijziend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bij-ziend 1. wie niet zo goed kan zien in de verte ♢ ik moet een bril hebben, want ik ben bijziend Bijvoeglijk naamwoord: bij-ziend ... is bijziender dan ... ...

2024-03-29
Redactie Ensie

Oog begrippen omschreven

Bijziend

Men is bijziend, wanneer men een afwijking in de ogen heeft die ertoe leidt dat men voorwerpen of personen op verre afstand slechts troebel kan zien. Bijziendheid wordt ook wel myopie genoemd. Bijziendheid wordt veroorzaakt door een fout in het optische systeem in het oog. Door deze fout wordt hetgeen dat men ziet niet volledig op het netvlies gepr...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijziend

adj., steksjoch, steksjogg(er)ich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijziend

bn. (-er, -st), alleen nabije objecten scherp kunnende zien, myoop, kortzichtig ; zwak van gezicht: hij is bijziend; bijziende ogen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijziend

bn. (kortzichtig, myoop).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijziend

('bij) bn. (-er, -st) alleen van dichtbij scherp ziend. Syn. kortzichtig, myoop. Tgst. verreziend.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijziend

BIJZIEND, bn. (-er, -st), kortzichtig; zwak van gezicht. BIJZIENDHEID, v. kortzichtigheid.