Bier
o. (-en), geestrijke, geeltot donkerbruine drank uit hop en mout (gekiemde gerst) door gisting en koking bereid: bier brouwen ; een glas bier drinken; — dik of zwaar bier; dun of klein bier; (Zuidn.) het is geen klein bier, ’t is een zaak van belang, ’t is de moeite waard ; — dood bier, verschaald, niet meer schuimend; &mdas...