Wat is de betekenis van bever?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bever

Het begrip bever heeft 2 verschillende betekenissen: 1) groot knaagdier. zoogdier in Noord-Amerika, Europa en Azië met een wat plompe lichaamsbouw, een bruine pels en een platte, schijfvormige staart, dat woont in burchten die hij meestal bouwt in het water met bomen die hij velt door ze onderaan door te knagen. 2) kleine scout....

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bever

1) (1987) (jeugd) achterlijk persoon. • ‘Wat een bever hè,’ zegt een van de aldus aangesprokenen over hem. Iedereen begint te lachen (‘bever’ betekent ‘debiele kerel’) en de toffe volwassene begint zich onprettig te voelen. (Jan Kuitenbrouwer: Turbotaal. Van Socio-babble tot yuppie-speak. 198...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bever

bever - Zelfstandignaamwoord 1. (knaagdieren), Castor fiber en Castor canadensis, een knaagdier met platte staart dat meestal in het water vertoeft 2. de jongste leeftijdsgroep bij de padvinders (6 - 8 jaren)

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bever

bever - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-ver 1. knaagdier met zwemvliezen en een brede, platte staart ♢ we zagen een bever in de slootkant Zelfstandig naamwoord: be-ver de bever de be...

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bever

(jeugdtaal) achterlijk persoon. Sedert eind jaren tachtig. ‘Wat een bever hè,’ zegt een van de aldus aangesprokenen over hem. Iedereen begint te lachen (‘bever’ betekent ‘debiele kerel’) en de toffe volwassene begint zich onprettig te voelen. (Jan Kuitenbrouwer, Turbotaal. Van Socio-babble tot yuppie-speak...

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

BEVER

Dit grootste Europese knaagdier is in Nederland 1827 het laatst gevangen. In de buurt van Beets is een onderkaak gevonden.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bever

1. s., bever. 2. s.n.; (stof), bever (it); van, beversk.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bever

I. BEVER 1. m. (-s), knaagdier (Castor fiber) met zwemvliezen tussen de tenen en een brede platte staart die met schubben bedekt is ; leeft in Oost-Europa en N.-Amerika en is bekend om zijn kunstige woningbouw’; — 2. o., beverbont; 3. grof, sterk geruwd katoenweefsel voor onderkleding. II. BEVER m., (Barg.) schrik ; koorts (...