Wat is de betekenis van Beuk (kerk)?

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beuk (kerk)

m. en v. (-en) [msch. ~ buik] schip, ruimte tussen twee zuilenrijen in een kerk ; hoofd-, zijbeuk.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beuk (kerk)

v./m. (-en), deel van een kerkruimte dat, door steunen (zuilen) of door ommuring afgezet, de romp van het gebouw vormt. De beuk was oorspronkelijk voorbehouden aan de gelovigen. Kleine kerken zijn meestal eenbeukig, grotere echter tellen drie, vijf en soms zeven beuken. Onderscheid wordt gemaakt tussen middenbeuk, zijbeuk en dwarsbeuk. De onderling...