Bétula ütilis D. DON
Himalaya; 20 m. Syn.: B. bhojpáthra WALL.. Van voorgaande soort te onderscheiden door blijvend behaarde jonge twijgen, kleinere bladeren, echter met meer zijnerven, aan de bladvoet minder deltavormig; bij ons een nog zeer weinig voorkomende soort, gewoonlijk een kleine boom of hoogopgroeiende struik vormend, met oranje-bruine, later grijze takken....