Wat is de betekenis van Beteren, herstellen?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beteren, herstellen

(beterde, heeft en is gebeterd), I. onoverg., beter worden; aan de beterende hand zijn, herstellen ; II. overg., beter maken, verond., behalve in enkele verb. : hij kon het niet beteren, niet helpen; zijn leven, zich beteren, zich beter gaan gedragen; — God betere ’t, uitroep van bitterheid.