Beschik
o., (vero.) regeling, bestel: wat al beschik!
Wiktionary (2019)
beschik - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken ♢ Ik beschik 2. gebiedende wijs van beschikken ♢ beschik! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschikken ♢ beschik je?...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Beschik, o. regeling, ordening; wat al -! *-AL, m. en v. zie ALBESCHIK. *-KEN, bw. ow. gel. (ik beschikte, heb beschikt); zenden; bezorgen, besturen; in orde brengen; ordenen, regelen; zijne zaken -, zijn testament maken; een minderjarige kan niet -; - over; (spr.) de mensch wikt en God beschikt. *-KER, m. (-s). *-STER, (-s). *-KING, v. (-en);...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: