Wat is de betekenis van beroepshalve?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beroepshalve

beroepshalve - Bijwoord 1. vanwege het beroep Ze is beroepshalve veel in Duitsland. Woordherkomst Afgeleid van beroep met het achtervoegsel -halve en met het invoegsel -s-. Synoniemen ambtshalve Verwante begrippen beroepsmatig, professioneel

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beroepshalve

bw., uit kracht van zijn beroep; ambtshalve.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beroepshalve

bw., uit hoofde van zijn beroep.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beroepshalve

BEROEPSHALVE, bw. uit kracht van zijn beroep; ambtshalve; ...KEUZE, v.; ...KIEZER, m. (-s), iem. die krachtens zijn beroep, zijn ambt kiezer is; ...KLASSE, v. (-n); ...MISDADIGER, m. (-s), iem. die het plegen van misdaden als het ware als een beroep beschouwt; ...PLICHT, m. (-en); ...RAAD, m. (...raden); ...RIJDER, m. (-s) iem. die aan wedren...

Gerelateerde zoekopdrachten