Wat is de betekenis van bekakken?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bekakken

(17e eeuw) (plat) bevuilen door te kakken*. In Vlaanderen betekende 'de poort bekakken': in de gevangenis zitten (aantekening van Gezelle). • Dat zel klettig zyn, ha! ha! als ik 'er om denk zou ik me wel van vreugd bekakken. (Anoniem: Het groote Tafereel der dwaasheid. 1720) • … zodat ik me maar steeds kle...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bekakken

bekakken - Werkwoord 1. Woordherkomst afgeleid van kakken met het voorvoegsel be-

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bekakken

(bekakte, heeft bekakt), (plat) door kakken bevuilen: — (fig.) maling hebben aan ; — laat je niet bekakken, bedriegen.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bekakken

(bekakte, heeft bekakt), (plat) door kakken bevuilen; (fig.) laatje niet bekakken, bedriegen; bekakt praten, overdreven, geaffecteerd praten.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bekakken

BEKAKKEN, (bekakte, heeft bekakt), (plat) door kakken bevuilen; maling aan iem. hebben; — (plat) toe, laat je niet bekakken, bedriegen.

Gerelateerde zoekopdrachten