Wat is de betekenis van Bejagen?

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bejagen

v., bijeije, bijachtsje, opjeije.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bejagen

(bejoeg of bejaagde, heeft bejaagd), 1. jagen op (een veld), jagende aflopen ; 2. aan de jacht gewennen: een bejaagde hond; 3. zijn best doen iets te verwerven, streven naar : roem en eer bejagen; 4. bemachtigen, verkrijgen: lof, gewin bejagen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bejagen

bejoeg of bejaagde, h. bejaagd (bemachtigen; streven naar): roem of eer bejagen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Bejagen

(bejoeg en bejaagde, heeft bejaagd) 1. jagend aflopen : een veld -. 2. streven naar : geld -. 3. bemachtigen, verkrijgen : roem en eer -.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bejagen

BEJAGEN, (bejoeg of bejaagde, heeft bejaagd), (een veld) jagende afloopen; — aan de jacht gewennen een bejaagde hond; — zijn best doen iets te verwerven, streven naar; — door najagen iem. inhalen; — bemachtigen, verkrijgen: lof, gewin bejagen. BEJAGER, m. (-s). BEJAGING, v. (-en).

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)