Bejagen
v., bijeije, bijachtsje, opjeije.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bejoeg of bejaagde, heeft bejaagd), 1. jagen op (een veld), jagende aflopen ; 2. aan de jacht gewennen: een bejaagde hond; 3. zijn best doen iets te verwerven, streven naar : roem en eer bejagen; 4. bemachtigen, verkrijgen: lof, gewin bejagen.
Jozef Verschueren (1930)
(bejoeg en bejaagde, heeft bejaagd) 1. jagend aflopen : een veld -. 2. streven naar : geld -. 3. bemachtigen, verkrijgen : roem en eer -.
J.H. van Dale (1898)
BEJAGEN, (bejoeg of bejaagde, heeft bejaagd), (een veld) jagende afloopen; — aan de jacht gewennen een bejaagde hond; — zijn best doen iets te verwerven, streven naar; — door najagen iem. inhalen; — bemachtigen, verkrijgen: lof, gewin bejagen. BEJAGER, m. (-s). BEJAGING, v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: