Wat is de betekenis van Bedrijvig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedrijvig

bedrijvig - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot hard werken geneigd, werkzaam, altijd bezig, nooit stil zittend, ijverig, actief Er hangt een bedrijvige sfeer in het magazijn. Woordherkomst afgeleid van bedrijf of de stam van het werkwoord bedrijven met het achtervoegsel -ig Verwante...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedrijvig

bedrijvig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-drij-vig 1. met veel beelden, geluiden, bewegingen ♢ het was erg bedrijvig in de stad 2. wie altijd ergens druk mee is ♢ Thorvald is een bedrijvig...

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bedrijvig

bezig, actief, werkzaam Velen die politiek bedrijvig worden, lopen brandwonden op. Want politiek engagement geeft niet altijd genoegdoening. (Luc Huyse, De politiek voorbij) De Nederlands-Nederlandse bijbetekenis 'druk, druk, druk' ontbreekt in België. Iemand die rustig zijn werk doet, kan in België ook 'bed...

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bedrijvig

(bn.) in België ook in de neutrale betekenis: actief, werkzaam [zonder de bijbetekenis ijverig, druk] De politie van Mechelen heeft een bende van zeven dieven ontmaskerd. De bende had het vooral gemunt op langs de weg geparkeerde bestelwagens. Uit die voertuigen namen de daders duur werkmateriaal weg. De dieven waren sinds september vorig jaar...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bedrijvig

Pur. voor: actief, werkzaam. In feite waren de twee vennoten... als een soort koppelbazen bedrijvig, Gentenaar 11/5/1977. Benevens zijn beroepsaktiviteiten... was hij sinds 1964 bedrijvig op het politieke vlak, Gentenaar 23/5/1977. Opm.: In de standaardt. uitsl. in de bet.: druk in de weer, ijverig bezig. Afl.: bedrij...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedrijvig

bn. (-er, -st), werkzaam, altijd bezig, nooit stil zittende: een bedrijvige huismoeder; een bedrijvig leven; — een bedrijvig kind, levendig; — een bedrijvige stad, druk, met veel handel en nijverheid.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedrijvig

bn. (1 werkzaam, ijverig; 2 van handel enz.: levendig, druk): 1. een bedrijvige huismoeder; 2. het bedrijvige Amsterdam, druk.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedrijvig

bn. en bw. (-er, -st) 1. ijverig bezig : een -e huisvrouw. Syn. →: arbeidzaam. 2. met veel handel en nijverheid : een -e stad. Syn. druk, levendig.