Bedelaar — landlooper — schobbejak — schooier — vage¬bond
Het eerste woord duidt alleen een persoon aan, die aan de huizen onderstand vraagt; een schooier is een slecht gekleede, zwervende bedelaar, bij wien men geneigdheid om te schooien of te stelen veronderstelt land¬looper en vagebond stellen meer het zwervend leven op den voorgrond, terwijl men bij schobbejak meer denkt aan het slechte karakter v...