schooier
schooier - zelfstandig naamwoord uitspraak: schooi-er 1. iemand die slechte dingen doet ♢ pas maar op voor hem, het is een echte schooier 2. iemand die er armoedig uitziet ♢ doe eens een knap ja...
Muiswerk Educatief (2017)
schooier - zelfstandig naamwoord uitspraak: schooi-er 1. iemand die slechte dingen doet ♢ pas maar op voor hem, het is een echte schooier 2. iemand die er armoedig uitziet ♢ doe eens een knap ja...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
bedelaar Hij zag er met de miezerige lappen stof aan zijn lichaam, de onverzorgde stoppelbaard en de wilde krullen van een vele-maandenlang verblijf in het woud inderdaad als een zielige visser uit, maar Delite merkte toch op dat hij voor een schooier goed in de spieren zat. (Dirk Draulans, De mens van morgen) Belgisch-Nederlandse S...
Marc de Coster (2007)
haveloos uitziend persoon; iemand met een slordig uiterlijk; iemand die men om zijn stand minacht. Eigenlijk ‘landloper; bedelaar’. Stout door die nederigheid zelve en welligt ook door mijn bijzijn, schold de baas hem voor schooijer en deugniet. (Domien Sleeckx, Op ’t Eksterlaar, 1863) ‘Pas op, schooier, neem je in acht!&rs...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. m. (-s), 1. landloper; 2. (Zuidn.) bedelaar.; 3. (als scheldw.) iem. die er haveloos uitziet en die men om zijn stand minacht; — ook: schoft. II. m. (-s), (zeilv.) houten kraag om de bezaansmast, waarop de klauw van de bezaansboom rust.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. landloper; 2. bedelaar; 3. (als scheldwoord) iemand die er haveloos uitziet en die men om zijn stand minacht; (ook) schoft.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: