Wat is de betekenis van bedacht?

2024-12-06
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedacht

bedacht - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-dacht 1. erop voorbereid ♢ je moet erop bedacht zijn dat hij plotseling verschijnt 2. wat je door nadenken gevonden hebt ♢ ik heb een leuk verhaal b...

2024-12-06
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedacht

adj.; — zijn op, bitocht, fortocht, forfette wêze op, gedachten, fortinken hawwe op, sinne op, figelearje op; daar ben ik niet op — geweest, dêr bin ik net op fallen.

2024-12-06
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bedacht

1. omzichtigheid, beleid; auf etwas Bedacht nehmen, op iets letten. 2. bedacht; bedachtzaam; van een dak voorzien.

2024-12-06
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-12-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedacht

bn., thans alleen met op : op iets bedacht zijn, 1°. het plan, voornemen daartoe hebben, er op uit zijn : zij waren er op bedacht mij uit te horen ; op voordeel bedacht zijn ; 2°. voorbereid op, denkende aan : hij is op alles bedacht, hij voorziet alle omstandigheden, hij denkt aan alles ; niet op tegenweer bedacht, er in ’t geheel n...

2024-12-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedacht

bn. (1 plan hebbende op; 2 met zorg over iets denkende; voorbereid zijn op): 1. op voordeel bedacht zijn; 2. op alles bedacht zijn; bedacht zijn op tegenspoed; niet op deze beweging bedacht.

2024-12-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedacht

(bə'dacht) bn. 1. in gedachten bezig met: op alles zijn. 2. denkend : op voordeel -. 3. voorbereid : op tegenspoed zijn. 4. voorziend : - of onbedacht.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-06
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedacht

bn., (met op) op iets bedacht zijn, 1. het plan, voornemen daartoe hebben, erop uit zijn: zij waren erop bedacht mij uit te horen; 2. voorbereid op: hij is op alles bedacht, hij voorziet alle omstandigheden, hij denkt aan alles; op welke wijze de brand ook zou mogen ontstaan, bedacht of onbedacht, voorzien of onvoorzien.