Wat is de betekenis van Basket?

basket - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) de ring met netje bij basketbal 2. basketbal basket - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van basketten 2. gebiedenwijs van basketten Woordherkomst van het Engels (mand)

basketbal(spel) (informeel) Broeckx speelde ooit basket in tweede nationale, maar runt nu een boekhoudkantoor. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 4

Een basket is een verzameling obligaties of aandelen. Doel hiervan is een index te kopiëren of spreiding van beleggingsrisico.

(de; -s) AG - handenstut gevormd door twee personen of meer waarop een derde persoon kan zitten, staan of liggen om een acrobatische oefening uit te voeren, bv. een salto uit basket tot stand; bij het vormen van een basket van twee personen grijpt A eerst de eigen pols beet en pakt hij met de vrije hand de pols van B beet; B grijpt met de vastgepak...

basket - Engelse term voor mandje. Vooral gebruikt in de valuta, aandelen- en derivatenhandel. Verzameling valuta’s, bijvoorbeeld de sdr of vroeger de ecu. Ook een verzameling aandelen die bij elkaar zijn gezocht om risico’s te spreiden of een index na te bootsen.

(de) verkorting van basketbal of basketbalschoen.

[Eng.] doel bij basketbal, te weten een kokervormig net dat in een hoogte aan een bord is bevestigd.

doel bij basketbal

In Vl.-België vrij gebr. verkorting voor: basketball; - ook: basketballwedstrijd; gaat ge zondag mee naar den basket kijken? Allerhande attributen zoals matchballen, netten, schoeisel, enz. Alles in verband met voetbal, volley, basket, tennis, Reklamegids 1/6/1978. Sam.: baskettornooi (Sovjets niet in de finale van het ba...