basilicus
basílicus (-a, -um), - Lat. transcr. van Gr. basilĭkos (van basĭleus), koning, koninklijk.
Dr. C. A. Backer (1936)
basílicus (-a, -um), - Lat. transcr. van Gr. basilĭkos (van basĭleus), koning, koninklijk.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
koninklijk. | s u b s t., băsĭlĭcus, i, m. (sc. iactus), de koningsworp (als de beste in het dobbelspel); băsĭlĭca, ae, f. basiliek, naam van grote, met dubbele zuilengangen versierde gebouwen, die voor de gerechtszittingen en de zaken der kooplieden bestemd waren (in zuiver Latijn regia, z. a.); băsĭlĭcum, i, n. een prachtig kleed.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: