Wat is de betekenis van BAROKSTIJL?

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Barokstijl

In de tuinkunstgeschiedenis vormt de b. (in Ned. omstreeks 1645-1750) het hoogtepunt van de geometrische stijlen. Kenmerken van de barok zijn: lc een hoofdas, die op het midden van het gebouw is gericht, en waarop een opeenvolging van de belangrijkste tuinruimten is gelegen, zoveel mogelijk meteen dóórzicht lot in de verte; 2e tuinrui...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

barokstijl

m. samenstel van kunstvormen ontstaan in het tijdvak, dat volgt op de Renaissance en uitloopt i. d. periode v. d. Rococostijl; kenmerken o.a.; sterke lichten schaduweffecten, grootsheid, rusteloosheid, zwaarheid.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

barokstijl

m. (bouwstijl in de 16de eeuw in Italië opgekomen, met grillige afwijkingen v. d. Renaissancestijl); z. rococo-stijl.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

barokstijl

(ba'rok) m. op het einde der XVIde eeuw ontstane ontwikkeling van de renaissancestijl, gekenmerkt door grillige golvende lijnen en dekoratieve overlading : de wordt als bouwstijl ook jezuïetenstijl geheten.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BAROKSTIJL

m. (bouwk.) zware pompeuze stijl, zich kenmerkende door zwierige overlading en eene drukkende pracht.