Wat is de betekenis van Barmsijs?

2024-04-30
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Barmsijs

Carduelis flammea (Linnaeus: Fringilla) 1758. Synoniem: Acanthis linaria (Linnaeus: Fringilla) 1758. Dit taxon is door Sangster et al. 1998 [DB 20:28] opgesplitst in Kleine Barmsijs Carduelis cabaret (P L Statius Müller) 1776, die in de Lage Landen broedvogel is, en Grote Barmsijs Carduelis flammea (Linnaeus) 1758, die op de trek en in de wint...

2024-04-30
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

BARMSIJS

→ Vinken.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Barmsijs

v./m., kleine, gestreepte, grijsbruine vink. De barmsijs, Carduelis flammea, die behoort tot de familie van de vinken, heeft een helderrood voorhoofd en een zwarte kin; het mannetje heeft een roze borst. Barmsijzen broeden in het noorden van Eurazië en Noord-Amerika; in Europa in Scandinavië, op de Britse eilanden, op IJsland en in de Alp...