Wat is de betekenis van Balsemboom?

balsemboom - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Burseraceae boom waarvan de bast welriekende harsachtige stoffen oplevert Woordherkomst samenstelling van balsem en boom

m. (...bomen), algemene naam voor gewassen wier bast welriekende harsachtige stoffen oplevert; in ’t bijz. voor een kleine Arabische boom, Commiphere opobalsamum.

m. balsembomen (naam voor die gewassen, wier bladeren, bast of vrucht een welriekende, harsachtige stof opleveren).

Balsemboom - of balsamboom heeten een viertal boomsoorten van verschillende geslachten. De eerste, de echte b., Toluifera (Myroxylon) balsamum, is een vlinderbloemige, tot 30 m hooge boom, die vooral in twee variëteiten, genuinum, de Tolubalsemboom en Pereirae, de Perubalsemboom als balsemproducenten in aanmerking komen. De Tolubalsemboom groeit in...

m. (...bomen) kleine, in Arabië thuishorende boom, die balsem oplevert (Commiphora opobalsamum). →

m. (-bomen), algemene benaming voor gewassen, waarvan de bast welriekende harsachtige stoffen oplevert.

m. (-en), algemeene naam voor gewassen wier bast welriekende harsachtige stoffen opleveren, inz. de geslachten balsamodendron; ...DOOS, v. (...doozen).

Balsemboom (Balsamodendron Kunth.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Burseraceën. Het bevat kleine boomen, die in Arabië te huis behooren en drie- tot vijftallige bladeren en meestal twee-huizige bloemen dragen. De kleine bloem heeft een viertandigen, blijvenden kelk, vier bloembladen, voorts 8 meeldraden, ingehecht op ee...