Ballen, ballen
1. Ballen: baal, pak; bal (van hand, voet); muis (v. hand); Berliner Ballen, Berliner bollen (gebak). 2. ballen: sich ballen, zich samenpakken; pakken; geballte Energie, geconcentreerde energie.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. Ballen: baal, pak; bal (van hand, voet); muis (v. hand); Berliner Ballen, Berliner bollen (gebak). 2. ballen: sich ballen, zich samenpakken; pakken; geballte Energie, geconcentreerde energie.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: