Wat is de betekenis van Bagger schijten?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bagger schijten

(1964) (inf.) erg bang zijn. Syn.: bunzig* zijn; in draf* zitten; men kan een ei* in z’n reet gaarkoken; éénentwintig* tweeëntwintig; gewerenvet* schijten; haasvreten*; op de kakstoel* moeten; in zijn kierewiet* zitten; ‘m knijpen*; in zijn naad* zitten; klotsende oksels* hebben; peentjes* schijten; peuken* schijte...

2024-04-30
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Bagger schijten

Bagger schijten - slanguitdrukking voor ‘erg bang zijn’. Gesignaleerd door Reinsma (1984). In soldatenkringen evenwel al veel eerder in gebruik! De scheidsrechters schijten nu al bagger over de kans dat ze die wedstrijd zullen moeten fluiten. Elsevier, 06-06-98